Pelvicachromis Taeniatus Muyuka / smaragdpracht cichlide

Artikel 579 van 855

Pelvicachromis Taeniatus Muyuka
herkomst: Nigeria, Kameroen
max.grootte: 9cm (vrouw7)
tempratuur: 6,5-7,5
ph: 22-28 
De inrichting van het aquarium voor deze soort is niet al te moeilijk.
Zo wil deze soort graag een zandbodem of zeer fijn grind 2mm waar zij broedholletjes in kunnen graven, verder wil deze soort graag wat halve kokosnootschalen als schuilplaatsen maar ook kienhout en beplanting worden zeer gewaardeerd.
Ook kan men stenen potjes of kruikjes als schuilplaats aanbieden.
de kokosnootschalen en aardewerk kruikjes en potjes zullen ook worden gebruikt voor de kweek.
Pelvicachromis Taeniatus zijn holenbroeders en de kweek is niet echt moeilijk.
Bij een harmonisch paar zal er al gauw een schuilplaats worden gekozen voor de kweek.
De kweek is te vergelijken met die van de kersenbuikcichlide .
De vrouwtjes laten zien aan de mannetjes wanneer ze geslachtsrijp zijn aan de mannetjes door trillende bewegingen te maken met de flanken en de rodebuik te laten zien aan het mannetje. als het vrouwtje en het mannetje het samen goed kunnen vinden gaat het vrouwtje en het mannetje broedholletjes graven en het mannetje maakt het holletje zuiver, maar kan deze ook verleggen door hem te ondergraven tot in de gewenste positie.
Als dit allemaal is gebeurd gaan ze over tot eiafzetting in het holletje er kunnen tot 150 eieren worden afgezet.
Als de eitjes zijn afgezet neemt het mannetje buiten het holletje een territorium van ongeveer 60cm in, hierin mag dan ook geen een andere vis meer binnen komen het vrouwtje blijft de eerste dagen in het holletje en bewaaiert de eieren met fris water, als de eitjes zijn uit gekomen blijven de larfjes de eerste dagen nog in het holletje maar het vrouwtje gaat zich steeds meer met het territorium bemoeien, als na een paar dagen al oogjes hebben worden ze door het vrouwtje in de bek genomen en naar een van de broedkuiltjes verhuist waarin je dan als je heel goed kijkt al enig beweging in de larfjes ziet, s`nachts worden ze weer in de bek genomen en terug in het holletje gezet.
Als de larfjes gaan vrijzwemmen neemt het mannetje ook de broedzorg op zich en verdedigen het mannetje en het vrouwtje beurtelings het territorium.
Als de larfjes gaan vrij zwemmen moet je ze bij voeren met artemia.
de eerste 2weken worden ze nog fel beschermd maar daarna breekt de interesse bij de ouders en moeten de jonge kersenbuikjes hun eigen boontjes gaan doppen.

© 2009 - 2024 G&D Aquaria | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel